zaterdag 30 januari 2016

Gent M Radio: hoe technologie ons wereldbeeld bepaalt

Enkele weken geleden leerde ik Gent M kennen. Gent M is een groep jonge mensen die zich verwonderen over de manieren waarop de digitale revolutie ons leven verandert, net als ik. Een tijd geleden besloten ze om daarover samen een reeks professionele radiopodcasts te maken: How Life Works

Een klein uurtje lang interviewt Fredo De Smet een gast. Geen gestelde lichamen die herinneringen ophalen aan de 20e eeuw, maar frisse jonge gasten die komen getuigen over de nieuwe manier waarop zij de wereld zien.

Ik steek mijn oortjes in en luister op de fiets. De radiosetting maakt het erg intiem. Ideaal voor een goed gesprek. Terwijl ik naar Gent trap, fluisteren ze hun geheimen in mijn oor. Verhalen en anecdotes, nieuwe manieren van kijken, weetjes, ideeën en lifehacks. Vaker wel dan niet in al hun breekbaarheid en twijfel. Pareltjes zijn het, stuk voor stuk.

Afgelopen week luisterde ik naar de podcast met Bas Baccarne, die als onderzoeker gefascineerd is door de manier waarop technologie als een interface tussen onszelf en de wereld staat. Interfaces bepalen hoe we met de wereld omgaan en hoe we ernaar kijken. Simpele keuzes soms, die miljoenen levens in een andere bedding kunnen leggen. Waarom worden straatlichten centraal gestuurd? Hoe beïnvloedt het bestaan van Facebook onze ervaring van de aanslagen in Parijs?

Maken wij de technologie, of is het de technologie die bepaalt wat wij doen? En moeten we dan bang zijn van Facebook? Hoe creëer je betekenis en krijg je dingen gedaan in een steeds sneller veranderende omgeving? Dat en nog veel meer, in je oor gefluisterd:



  

vrijdag 29 januari 2016

The sharing economy — a social movement dying to become an economic one

"Something died. I feel a sense of loss that I just can’t shake. The Sharing Economy has become an icon and an emblem for a business model rather than a movement. The phrase has taken on a meaning that has everyone questioning the actual altruism of technology-enabled sharing, especially when money is exchanged. [...]
Business goes through a predictable cycle: idealism, adoption, and integration — then repeats. The Sharing Economy is no different. We simply haven’t integrated sharing yet.
While the Sharing Economy seems to have lost much of its original meaning, we now have a social movement that is full force, breaking down the social constructs of ownership and exchange. Today, people are thinking more about the value they already have — slowly creating a new consciousness around abundance. [...]
The decentralized digital ledger that Bitcoin was built on top of is known as the blockchain, a technology used to create secure transactions, which records exchanges. While much of the Sharing Economy is currently deemed peer-to-peer, a truly peer-to-peer system would allow for transactions to happen without the need for an intermediary platform — and the blockchain can do this. [...]
Crowdfunding has gone from a fad to an explosive industry, with an estimated $34 billion distributed to individuals, projects, and ideas that might not have otherwise had legs in 2015, making crowdfunding a worthy rival of venture capital. Today, there is a crowd for everything — including equity, philanthropy, investing, buying, and even banking. We haven’t fully realized the power that our individual transactions have yet. If we understood how our individual purchasing power as a collective can directly and positively impact lives, industries, and therefore livelihoods — we’d make different decisions (all other factors of competition being equal). [...]
The blockchain and crowd technology are only as effective as the ethos and governance operating behind the scenes. As Nathan Schneider, a political journalist and huge proponent of platform cooperativism points out,
“The blockchain and the crowd will be good for sharing only if we’re serious about incorporating principles of the commons and democracy into how we use it.” [...]
Once sharing is built into our financial models, legal structures, and into the very backbone of our economy — Cooperation will be a foregone conclusion. Sharing no longer a trend, but rather an axiom for survival."

Wordt Facebook het ultieme carpoolplatform?

Facebook kent je vrienden en hun vrienden. Het is steeds meer je identiteitskaart voor alles wat digitaal is. En alles wordt steeds digitaler. Identiteit en sociaal netwerk verhogen het vertrouwen dat tussen mensen kan ontstaan, zodat ze elkaar sneller vinden en meer met elkaar durven delen.

Neem nu lifters. Durf je lifters meenemen? Nee, ja, soms,... Zou het een verschil maken mocht die lifter een vriend van een vriend zijn? En dat mocht er iets misgaan tijdens de rit, die vrienden dat te weten zouden komen?

Zeker en vast. De toegenomen sociale controle als gevolg van de combinatie van digitaal ritdelen en sociale netwerken kan liften doen boomen.




Bye bye Uber? 

Op een Event-pagina van Facebook worden mensen verzameld die op hetzelfde moment op dezelfde plek willen zijn. Je zou die mensen kunnen toelaten met elkaar in contact te treden op basis van waar ze vertrekken, welk transportmiddel ze gebruiken en hoeveel plekken ze over hebben.

Toekomstmuziek? Facebook nam er gisteren een patent op: een feature die mensen toelaat om carpools te organiseren binnen Facebook Event-pagina's.

Zullen mensen geld vragen voor verplaatsingen die ze sowieso toch doen? Aan mensen die in hetzelfde event geïnteresseerd zijn als zijzelf en waarmee ze enkele gemeenschappelijke vrienden delen? Vrienden die door die sociale controle ook te weten komen dat die rit heeft plaatsgevonden?

De lege plekken in onze wagens zijn zo overvloedig en de marginale kost van een extra passagier is zo laag dat de prijs van een gedeelde autorit wel naar 0 moét tenderen op termijn, gegeven dat iemand het zoek- en vertrouwensprobleem oplost. En dat is precies wat Facebook nu doet.

Misschien vertellen we later aan onze kinderen dat er ooit bedrijven waren zoals Uber die dachten dat ze geld konden verdienen met het vervoeren van mensen, en zal het net zo absurd klinken als water verkopen aan een vis. Overvloed moet niet altijd worden gemaakt, vaak is ze er al. En moeten we haar enkel nog leren ontsluiten.


woensdag 27 januari 2016

ADEM: samen fijnstof meten

Ook benieuwd naar de fijnstof concentratie op weg naar werk of school? Meet het weldra zelf, sluit je aan bij ADEM en kies je route aan de hand van je eigen metingen en die van alle andere ADEM-ers.


ADEM is: 

Open hardware: De fijnstofmeter van ADEM is ontworpen voor op de fiets en meet mobiel de fijnstof concentratie in de lucht. Het toestel is modulair, gebruiksvriendelijk en aanpasbaar. 

Kennisdelen: je maakt je eigen toestel onder begeleiding in een workshop. Je beslist zelf welke (extra) modules je toevoegt aan de basismodule. Een bewegingssensor die het toestel automatisch aanzet bij het vertrek met de fiets, rechtstreekse wifi verbinding die de data doorstuurt naar het platform, directe visualisatie via LED of geluid, etc.. Wil je zelf aan de slag? Dan kan je alle info en specificaties vinden via Github.

Impact: We meten de impact van de introductie van dit toestel op het gedrag van de fietser en andere weggebruikers in de stad. Hiervoor is een vragenlijst ter beschikking die je kan invullen met of zonder toestel in je bezit.

Visualisatie: ADEM heeft een eigen online platform. Hier vind je extra informatie over het thema, het team, mapping en events.

De ADEM-ers zijn : Alexandra Lybaert - Arnaud Coolsaet - Carina Veeckmans - Daniel Anderson - Fede Torri - Jesse Howard - Katriina Kilpi - Koen Verstringe - Lieven Blancke - Marco Stolle - Peter Baeyens - Stijn Diependaele - Thomas Vanhoestenberghe - Thymo Toeye - Wim De Bonte

Ook jij kan ADEM-er worden: Wil je meewerken aan de impactstudie? Wil je ADEM mee bekend maken? Wil je zelf een toestel maken? Of zelf workshops geven? Wil je een gelijkaardig initiatief opzetten in jouw gemeente? Dan kan je contact opnemen met de initiatiefnemers via hello@timelab.org

dinsdag 26 januari 2016

Voorstel voor nieuw fiscaal kader voor deeleconomie

Foto Isabel Pousset - i.o.v. Taxistop
De fiscus en de deeleconomie, het botert niet altijd even goed. De fiscus is terecht nerveus omdat hij controle verliest over de stijgende inkomsten uit deelactiviteiten.

Ook de platformen zien de fiscus liever niet komen. Het is aangenamer om onder de radar te blijven. Elke euro winst moet in België in principe gedeclareerd worden, en vaak zijn de winsten zo klein, dat de sop de kool niet waard is.

Jarenlang konden deelactiviteiten rustig in een grijze zone hun gang gaan, maar door het succes van deeleconomie is de grijze zone te omvangrijk. Samen met Jeffrey van  Autodelen.net ben ik van mening dat een afwachtende houding in deze materie niet wenselijk is. Daarom namen we het initiatief om een vernieuwd fiscaal kader voor te stellen.

Het kader is het resultaat van een denkproces dat misschien nog niet volledig af is. Toch wil ik het al verspreiden, om het debat aan te wakkeren, en veel breder te trekken dan het Uber-debat dat dit thema vaak domineert.

Lees meer over het fiscaal voorstel op de blog van Taxistop, de organisatie waarvoor ik werk.

zaterdag 23 januari 2016

Anne Marie vertelt hoe het is om lid te zijn van een plukboerderij

Mijn naam is Anne Marie en ik ben lid van plukboerderij Oogstgoed in Gentbrugge. Op een plukboerderij koop je jaarlijks een oogstaandeel waarmee je het hele jaar door seizoensgroenten kunt komen oogsten van het veld. Biologisch, korte keten, plukvers, wanneer je maar wil en soms zelf zoveel je maar wil!

vrijdag 22 januari 2016

Is de deeleconomie sociaal?

In 2011 werd voor het eerst de trend voor de deeleconomie benoemd. Euforie alom. Nooit eerder werd zo veel gedeeld, door gebruik te maken van technologie en sociale media.

De kansen die de deeleconomie biedt, beantwoorden aan de uitdagingen van vandaag: de noodzaak tot minder gebruik van energie, grondstoffen en ruimte, en solidariteit aangeboden door een nieuw economisch model. Er werd zelfs gesproken over straathoeksocialisme of communisme 2.0.

Pas later kwam de nuance en de kritische tegenstem. Een heel belangrijk vraagstuk rees: Is de deeleconomie wel sociaal?

De deeleconomie maakt zwartwerk sexy

Via deelplatformen worden kamers en auto’s verhuurd, maar ook klussen in de buurt aangeboden. Vaak is dit sporadisch, maar bij sommige operatoren zijn inkomsten van de nieuwe verhuurders vaak erg hoog. Omdat er geen automatische belastingaangifte is, blijven deze inkomsten onder de radar van de fiscus. De grens tussen delen en zwartwerk 2.0 is erg dun.

De kritiek dat de micro-entrepreneurs uit de deeleconomie ons verworven sociale welvaartstaat ondergraven is vaak terecht. Of inkomsten aangegeven worden, hangt volledig af van de bereidheid van de betrokkene. We hebben vandaag geen systeem voor automatische inning bij kleinere transacties.  

Is de deeleconomie daarom niet sociaal? Neen, onze mechanismen voor inning zijn niet geëvolueerd. Een flexibelere bevrijdende inning zou beter zijn, maar ook transparantie en duidelijke communicatie van de operatoren, en een beperkte vrijstelling, om de kleinschalige aanbieders niet onnodig administratief te belasten.

Enkel de goed opgeleide blanke middenklasse deelt

Uit meerdere onderzoeken blijkt dat deelnemers aan de succesvolle op technologie gebaseerde deelinitiatieven vaak tot de zelfde doelgroep behoren. Iemand noemde ze ooit de typische bakfietsouders. Ja, dit klopt. Zij die het financieel minder nodig hebben om te delen, delen. Sociaal gezien, bereikt de deeleconomie de foute doelgroep.

Maar heeft niet elk product of dienst haar early adopters? De deeleconomie is nog steeds jong en evolueert. De kritiek is daarom voorbarig.



Of de deeleconomie dan wel de juiste doelgroep bereikt, is niet de juiste vraag. Het lijkt mij net aangewezen om de vraag te stellen: Hoe kunnen initiatieven uit de deeleconomie versneld een doorbraak realiseren naar een bredere doelgroep.

Daarbij kan de overheid een rol spelen als sociale accelerator:
  • Via steun voor sociale innovatie, wat al gebeurt door de Sociale Innovatiefabriek
  • Door te communiceren naar een brede doelgroep. Delen promoten zou een’ boodschap van algemeen nut’ kunnen zijn. Toch veel eerder dan het promoten van Belgisch varkensvlees.

Mechanismen voor vertrouwen stimuleren enkel horizontale solidariteit


Eén van de factoren die de exponentiële groei van de deeleconomie heeft veroorzaakt, is het ontstaan van mechanismen om vertrouwen te creëren:
  • Ratings door gebruikers
  • Gepersonaliseerde profielen
  • Integratie sociale media
Dit zorgt ervoor dat je op zoek kan gaan naar personen die lijken op jezelf: strikt peer-to-peer. Je ziet hoeveel gemeenschappelijke Facebookvrienden en interesses je hebt. Je hebt vooral vertrouwen in je eigen spiegelbeeld.

De transacties in de deeleconomie zijn horizontaal. De betere middenklasse deelt door gebruik te maken van apps. Een doelgroep met een lager inkomen of lager opleidingsniveau deelt ook wel, maar op de traditionele wijze, zoals het carpoolen bij arbeiders.

Het is de uitdaging om ook verticale transacties te genereren. Hiervoor zijn verschillende strategieën:
  •  Focus op de buurt: vertrouwen kan ontstaan uit nabijheid in plaats van persoonlijke eigenschappen. Initiatieven zoals particulier autodelen, repair cafés, leefstraten, Op Wielekes en LETS-groepen hebben vaak een stevige buurtverankering.
  • Andere actoren betrekken in de deeleconomie: buurtwerk, kringwinkels; het postkantoor… Zij kunnen in plaats van technologie de link maken tussen verschillende groepen mensen
  •  Operatoren aanmoedigen en ondersteunen om in te zetten op verbreding door sociale innovatieprojecten en samenwerking met lokale besturen.
Is de deeleconomie sociaal? Wel, de deeleconomie heeft ontzettend veel potentieel. Vandaag is ze niet altijd even sociaal. De juiste vraag is echter: Hoe maken we de deeleconomie socialer en wie werkt mee?

woensdag 20 januari 2016

Twee projecten en 3 prioriteiten voor de P2P Foundation in 2016

Michel Bauwens is stichter van de P2P Foundation
De P2P Foundation is een internationaal netwerk van onderzoekers en activisten die peer-to-peer praktijken, geïnterpreteerd als de gezamenlijke productie van gedeelde goederen, i.e. commons, onderzoeken, proberen te begrijpen en promoten. In dit kader hebben we begin 2015 drie strategische prioriteiten bepaald, die we hier even willen toelichten voor een Nederlandstalig publiek.


De eerste prioriteit is het werken naar een commons-georiënteerd transitiebeleid. Dat betekent een heroriëntatie van het productieapparaat  en de maatschappij naar het creëren van gedeelde kennis en eventueel ook materiële goederen. Wij geloven dat dit nodig is omdat de huidige productievorm steunt op twee foutieve veronderstellingen.


De eerste is dat natuurlijke hulpbronnen oneindig zijn. We zitten verstrikt in een groeimechanisme dat enorm veel ‘negatieve externaliteiten’ veroorzaakt. Essentieel daarin is de vernietiging van de regeneratieve capaciteiten van onze planeet, met daarnaast ook al het materiële leed en de sociale onrechtvaardigheid die daaruit voortvloeit.


De tweede verkeerde veronderstelling is dat kennis moet worden geprivatiseerd. Menselijke samenwerking om problemen op te lossen wordt enorm moeilijk zo niet onmogelijk gemaakt. In commons-georiënteerde peer-productie dragen burgers vrijwillig bij tot gedeelde kennis
waarrond een dynamische maatschappij en economie kunnen ontstaan.


In het ideale geval worden die productieve commons gestimuleerd en gebruikt binnen een generatieve economie die mogelijkheden tot levensonderhoud creëert rond die commons, in tegenstelling tot een extractieve economie.  


Tenslotte worden de inkadering en stimulering van het geheel ook georganiseerd door een ‘partnerstaat’-model, dat zowel individuele als sociale  menselijke autonomie maximaal ondersteunt. Dit voorgestelde model vloeit rechtstreeks voort uit bestaande ervaringen van de commons-economie en de combinatie van productieve gemeenschappen, ethische ondernemerscoalities en stichtingen die het coöperatieve systeem mogelijk maken en beschermen. Streven naar politieke transitie betekent een stem geven aan burgers die gemeengoed creëren en beschermen en bestaande politieke krachten beïnvloeden door een positief programma op te stellen voor die transitie.


De tweede prioriteit is het scheppen van de economische voorwaarden. Dit noemen we ‘open coöperativisme’. Dit betekent dat we generatieve bedrijfsmodellen ondersteunen die niet gericht zijn op winstmaximalisatie, maar op het ondersteunen van een sociaal doel. Ze creëren een economie met toegevoegde waarde rond die commons en zorgen ervoor dat mensen kunnen leven van hun bijdragen tot die gemeengoederen. De aandacht gaat hier dus naar praktijken die het mogelijk maken om ethische ondernemerscoalities in het leven te roepen, die commons-vriendelijk zijn en zelf commons coproduceren.


Onze derde prioriteit betreft de ecologische transitie en in het bijzonder onze overtuiging dat de overstap naar het peer-productiemodel een voorwaarde is om de ecologische transitie te bewerkstelligen. Wanneer design en ontwikkeling inderdaad gebeuren binnen een open productieve gemeenschap die een gemeengoed creëert, is er geen geplande veroudering. Ten tweede maken de openheid en transparantie in het netwerk de realisatie van een open circulaire economie heel snel mogelijk.


Ten derde maakt de combinatie van globale samenwerking en lokale productie in microfabrieken enorme besparingen mogelijk op het vlak van goederentransport dat binnen het huidige productiesysteem momenteel twee derde van de materie en energie opslorpt . Ook de mutualisering van infrastructuur heeft ingrijpende gevolgen op het gebruik van hulpbronnen.


Hiermee zijn we beland bij het eerste onderzoeksproject van 2016: het berekenen van de maximale thermodynamische efficiëntie die we kunnen bereiken dankzij die transitie. Onze intuïtie zegt ons dat we met 20% van de hulpbronnen die we vandaag gebruiken zeker 80% van de goederen en diensten van de huidige samenleving kunnen vrijwaren. Voor dit project werken we we samen met het Frans-Australische BlaqSwans collectief.


Ons tweede onderzoeksproject is iets minder formeel en gaat over een economie die het minder moet hebben van het zeer inefficiënte prijzenmechanisme, maar evenmin van autoritaire centrale planning. Wat prijzen zijn voor een markteconomie en beslissingen voor een planeconomie, is gemeenschappelijke coördinatie voor een commons-economie.


Hoe moeten we ons dat inbeelden? Wat we vandaag al weten is dat de immateriële productie van commons gebeurt door middel van sociale signalen, i.e. stigmergie. Dat is vandaag de dominante methode in het produceren van open kennis (Wikipedia), vrije software (Linux) , en gedeelde conceptontwikkeling (Arduino).


Vermits we ook al weten dat bedrijven die werken in ethische ondernemerscoalities (Enspiral, Sensorica), interne transparantie beoefenen, dan is dit maar één stap naar de hypothese dat open logistiek en open boekhouding kan leiden tot het invoeren van stigmergische coördinatie in fysieke productieprocessen en dus naar een veralgemeende open circulaire economie. Het goede nieuws is dat de blockchain, het universele logboek dat voor bitcoin werd ontworpen, ook hiervoor kan dienen!

Tot zover de twee voorbeelden van hoe we proberen vooruit te gaan in het denken rond de commons-transitie in 2016.

zondag 17 januari 2016

Open Internet of Things datanetwerken veroveren de wereld



The Things Network realiseerde in Amsterdam in amper 6 weken tijd een compleet stadsbreed Internet of Things datanetwerk met behulp van een nieuwe technologie genaamd LoRaWAN ™.

De technologie maakt het mogelijk om dingen met het internet te laten communiceren zonder 3G of WiFi. Dus zonder WiFi-codes en  mobiele abonnementen.

Het netwerk verbruikt heel weinig stroom, bereikt grote afstanden en werkt met een lage bandbreedte. Perfect geschikt dus voor het Internet of Things.

Volgens de bedenkers werd het internet gecreëerd door mensen die hun netwerken gratis  aanboden om dataverkeer uit te wisselen. Daardoor was er een overvloedige gegevenscommunicatie en exponentiële innovatie mogelijk.

The Things Network wenst hetzelfde te bereiken met het Internet of Things door een overvloedige gegevenscommunicatie mogelijk te maken waarvan bedrijven en consumenten gratis gebruik kunnen maken.

Momenteel lanceren ze een wereldwijde campagne om dit in elke stad te bereiken. Ook in Gent hebben zich al een aantal netwerkspecialisten verzameld om een dergelijk netwerk op te zetten: The Things Network Gent

Op 14 januari 2016 won The Things Network de 'Internet Innovation Award 2016' uitgereikt door de @internetsociety

The Things Network op Kickstarter.com

Bron: The Things Network

Artikels:
The Things Network wants to make every city smart – starting with Amsterdam
The Things Network: Building a global IoT data network in 6 months




How Life Works - Gent M Radio

How Life Works is een radioprogramma op Gent M gewijd aan de manier waarop de digitale revolutie ons leven verandert. De uitzendingen zijn te beluisteren als podcast via de Tunes store, via de rss feed op de site of in je web browser op Soundcloud. Maar surf vooral eens naar de mini web pagina van elke episode met alle context en links.


HLW 05 — Bart De Waele over mens en technologie

HLW 04 — Over piraterij met Sarah Van Liefferinge

HLW 03 — Over interfaces met Bas Baccarne

HLW 02 — Waarden volgens Frank Van Massenhove

HLW 01 — Sofie Verhalle en haar micro-ambities



zaterdag 16 januari 2016

Het succes van Britse gemeenschapsmunten

Het intussen beroemde Brixton Bowie biljet 


Brixton Pound en Bristol Pound


Gemeenschapsmunten zijn aan een steile opmars bezig en zien we ook bij ons steeds meer opduiken. Denk maar aan de sociale gemeenschapsmunt de 'Torekes' in de wijk Rabot in Gent. De Brixton Pound is een gemeenschapsmunt die gebruikt wordt in de wijk Brixton in Zuid-Londen en kan inmiddels beschouwd worden als een gevestigde waarde. Consumenten kunnen de Brixton Pound kopen met Pound Sterling. Ook kan men Brixton Pounds winnen door deel te nemen aan de Brixton Pound loterij.

Brixton Pounds kunnen alleen worden uitgegeven bij de lokale middenstand. De lokale middenstand wordt op haar beurt ook weer gestimuleerd de Brixton Pounds lokaal te besteden. Wanneer de lokale middenstand wil terugwisselen naar Pound Sterling wordt er een fee in rekening gebracht. Het is dan ook de bedoeling dat Brixton Pounds binnen de eigen kringen blijven circuleren en zodoende de welvaart binnen de gemeenschap behouden blijft.

Veel deelnemende bedrijven bieden kortingen en andere voordelen aan iedereen die met Brixton Pound betaalt. De Brixton Pound vergroot de betrokkenheid bij de lokale economie en vergroot de klandizie van winkeliers. De gemeenteraad van Lambeth in Londen stond deelnemende bedrijven toe belastingen te betalen in Brixton Pound. De gemeente Bristol haakte daarop in toen de Bristol Pound in 2012 werd gelanceerd; de lokale middenstand kreeg de gelegenheid tal van zaken in Bristol Pound te betalen. Bristol Pound is momenteel de meest succesvolle 'Transition Currency'.

Veiligheid


De Brixton en Bristol Pound maken gebruiken van biljetten met talloze veiligheidskenmerken en doen niet onder voor 'echte' bankbiljetten. Brixton Pound was één van de eerste gemeenschapsmunten die betalen per SMS (TXT2PAY) mogelijk maakte. De Bristol Pound adopteerde deze technologie maar ontwikkelde tevens een App waarmee consumenten elkaar en bij winkeliers kunnen betalen. Ook een ePOS (kassasysteem) op de tablet draagt bij aan het gemak voor consument en winkelier. De Bristol Pound heeft een intensieve samenwerking met de lokale Credit Union voor de uitvoering; dit geeft winkeliers en consumenten de zekerheid dat binnen kaders van de wet wordt geopereerd en de uitvoering aan professionele standaarden voldoet.

Sociale cohesie


Uit onderzoek door de universiteit van Bristol en de Brunel-universiteit in Londen blijkt dat, hoewel Transition Currencies primair zijn ontwikkeld om de lokale economie te ondersteunen, er ook positieve effecten zijn op de sociale cohesie en gemeenschapsvorming.


Bron: Brixton banks on community currency to boost local economy

Gemeenschapsmunten in Vlaanderen en Brussel


vrijdag 15 januari 2016

Behandeling hobbykoks in deeleconomie niet aangepast aan nieuwe realiteit

Het Nederlandse blad Trouw rapporteert een stormachtige toename van het aantal thuiskoks op basis van cijfers van AirDnD, de "AirBnB" voor thuiskoks. Hobbykoks kunnen er gasten vinden om de vrije plaatsjes aan hun keukentafel te vullen. In de twee laatste maanden van het afgelopen jaar schreven zich al 1.300 mensen in, elke dag komen daar ongeveer 7 leden bij. 

In België voerde de fiscus de afgelopen weken op hobbykoks een heuse raid uit , die op nogal wat verontwaardiging kon rekenen. 


Continuüm 


De vraag is niet of die aanbieders privé of professioneel zijn, ze zitten allen ergens op een continuüm tussen beide. En dat is nu net het probleem: vroeger was het onderscheid tussen privé-activiteit en professionele activiteit veel duidelijker te maken. Informatietechnologie zorgt ervoor dat het een continuüm wordt, waardoor de wetgeving niet meer is aangepast. Het zou immers waanzin zijn particulieren te verplichten een professionele keuken te installeren als ze een barbecue voor de buren geven, maar dat is het al veel minder wanneer een restauranthouder besluit om zijn eigen woonkamer als restaurant uit te baten om zo de overhead en regels van een echt restaurant te omzeilen. 

De aanval van de Belgische fiscus op hobbykoks zit wellicht op het privé-eind van dat continuüm. Marieke Hart van het platform Thuisafgehaald voor het delen van maaltijden bezorgde me enkele cijfers over haar platform die de zaken terugbrengen naar de juiste proportie. In 2015 deelden 230 koks maaltijden via Thuisafgehaald.be Gemiddeld ging het om 28 maaltijden per kok aan een prijs van 4,40€ per maaltijd. De gemiddelde jaaromzet per thuiskok is -ocharme- 123€. De gemiddelde marge die thuiskoks nemen bovenop de kost van de ingrediënten is 10%. Dat betekent dat de thuiskok gemiddeld 12€ "winst" maakt per jaar. " Winst" tussen aanhalingstekens, want arbeidsuren worden niet meegerekend. Die zijn vrijwillig. Het gaat tenslotte om hobbykoks.

Inderdaad zijn er enkele thuiskoks die aanzienlijk meer maaltijden delen dan anderen. In 2015 waren er 14 thuiskoks die meer dan 100 maaltijden deelden. Hun situatie is enigszins anders. Een thuiskok uit de top 3 die 826 maaltijden deelde in 2015 hanteert een gemiddelde maaltijdprijs van 4,20€. Dat komt neer op een jaaromzet van 3470€. Die maaltijdprijs ligt lager dan het gemiddelde, maar als we voor het gemak toch weer uitgaan van een marge van 10%, dan komen we uit op een "winst" van 347 euro op jaarbasis. Eén van de thuiskoks waar controle heeft plaatsgevonden, had in 2015 een totale omzet van 482 euro. Uitgaande van 10 % marge, gaat het dus om 48 euro "winst".

In een artikel over de kwestie in De Morgen liet ik dan ook optekenen: "Ik begrijp de kritiek op de deeleconomie, maar dit is juist een mooi voorbeeld waar sociaal contact door wordt gestimuleerd. Dit is heel anders dan Airbnb, waar grof geld kan worden verdiend."


Alles of niets

Volgens de wetgever is zowat alles toegelaten zolang men geen winst maakt, maar 
zodra er een paar euro winst is moeten koks plots over een professionele keuken beschikken. Doordat de technologie het onderscheid tussen privé en professioneel doet verdampen, is het plots een groot probleem dat de wetgeving een kwestie van alles of niets is. Alsof mensen door die paar euro's plots veel meer risico lopen op een voedselvergiftiging. Zoals Alexander De Croo al tweette zullen we op zoek moeten naar een regelgevend kader dat niet gebaseerd is op strikte onderscheid privé/professioneel maar dat toelaat om regelgeving proportioneel op te voeren naargelang initiatieven een verschillende plaats innemen op de as privé/professioneel die als gevolg van de digitale revolutie eerder een continuum is geworden.




 Vloeibaardere regels voor een steeds vloeibaarder wordende wereld.

 
Samen dingen doen. Mensen willen niet liever. En dankzij technologie wordt het steeds makkelijker. Dus doen ze het ook gewoon. Het onderscheid tussen privé en professionele activiteit verdampt. Wanneer wordt een vriendendiner een commerciële activiteit? Oude regelgeving wordt niet langer als legitiem ervaren en zal daardoor steeds moeilijker af te dwingen zijn. Vloeibaardere regels zijn nodig voor een steeds vloeibaarder wordende wereld. 

donderdag 14 januari 2016

Blockchain voor de partnerstaat

Instituties creëren vertrouwen. En hoe meer vertrouwen, hoe meer samenwerking. Dubbele boekhouding hielp door de toegenomen kwaliteit van data een einde maken aan de Middeleeuwen. De openbaarheid van die data als gevolg van vrije pers was een katalysator voor de Franse Revolutie. De Blockchain blijkt de sleutel van een nieuwe vorm van instituties die kwaliteit en openbaarheid van data naar een heel nieuw niveau tillen, en dat voor een fractie van de kost. Vergeet logge structuren en kleverige lagen vol bureaucraten. Als de kost maar laag genoeg is, zijn aparte rollen misschien niet eens nodig. DIY government. De Blockchain maakt instituties mogelijk zo krachtig en wendbaar dat we haast zullen vergeten dat ze er zijn. Vloeibaar, zoals het leven zelf. Hoe minder tijd we verliezen met het in stand houden van onze structuren, hoe meer tijd er overblijft om erin te leven. Want uiteindelijk zijn die structuren er voor ons en wij niet voor de structuren, right?


(nav het artikel op Wired 05/01/2016: How the blockchain will enable self-service government)



woensdag 13 januari 2016

democratie en nieuwe media

Tot voor kort bepaalden enkele journalisten de newsflow. Vandaag wordt de newsflow bepaald door sociale media en is iedereen met een smartphone en een Twitteraccount een potentiële reporter. De rol van journalisten verandert van nieuws sturen naar het ordenen van wat op sociale media gebeurt. De parlementaire democratie kon maar werken dankzij de vrije pers, die mogelijk werd door de ontwikkeling van geautomatiseerde drukpersen in de 2e helft van de 18e eeuw. Op dezelfde manier kan basisdemocratie maar werken als ze in check wordt gehouden door een basis-pers. Sociale media is vandaag vooral een onoverzichtelijke kakofonie. Wat er gebeurt, speelt maar een rol in zoverre iemand er betekenis aan geeft. Dat voor iedereen mogelijk maken, is het idee achter de start-up "Storify" van Silicon Valley-belg Xavier Damman. Storify laat (burger)journalisten toe om rapporten van elders op het internet (Youtube filmpjes, Twitter posts, slideshows,...) op een simpele manier te integreren en tot een verhaal te smeden op een pagna die makkelijk kan worden gedeeld.